De stekelighe oft doornachtighe heesteren zijn
in 't voorgaende Boeck in 't langhe beschreven : nu is 't dan reden
dat wy in dit teghenwoordigh Boeck de beschrijvinghe van de andere
heesteren beghinnen, die sonder doornen oft stekelingen voort plegen
te komen; de welcke seer veel in 't ghetal zijn; en de meest alle
in oude tijden niet wel bekent oft beschreven en zijn gheweest. Dan
ons voornemen is in dit teghenwoordigh Boeck te handelen niet alleen
van de ghene die de ouders gekent hebben, maer oock van de ghene
die van de naekomelingen, ende selfs oock nu onlanghs van de nieuwe
Cruydt-beschrijvers eerst ghevonden en de aengheteeckent zijn; doch
seer nut, iae noodigh zijn om beschreven ende van de cruydt-beminners
bekent te worden. Maer om tot de beschrijvinghe van de selve te komen,
sullen wy van den Onstekelighen Brem ende sijn mede-soorten eerstelijck
ende voor allen handelen, om soo den teghenwoordighen Boeck met den
voorgaenden te knoopen ende te hechten; in 't laetste van den welcken
den Stekenden of Doornachtighen Brem beschreven is.