Deel 6 Van der boomen, haghen, ende alle houtachtighe gewassen, en van huerder vruchten, gummen ende sapen ondersceet, fatsoen, naem, natuere, cracht ende werkinghe PlantenAlfabetisch
Noot: Dodoens onderscheidt twee soorten Tonghenbladt.
Tonghenbladt manneken heeft kleine blaadjes op de hoofdbladeren, bij
Tonghenbladt wijfken ontbreken deze. Clusius (1557) maakt hetzelfde onderscheid,
maar benoemt de beide planten
verschillend. Tonghenbladt manneken heet bij hem
Hippoglossum,
Hippoglossum mas, Hypoglossum, Bislingua, Epiphyllocarpon,
Uvularia, Bonifacia, Lingua pagana, Tonghenbladt, Keelcruyt of Tapkenscruyt.
Tonghenbladt wijfken wordt niet nader aangeduid dan Tonghenbladt wijfken, in het
Frans Hippoglossum femelle. Men zou deze plant naar analogie van Hippoglossum
mas (Tonghenbladt manneken) Hippoglossum foeminum kunnen noemen.
1 Tonghenbladt heeft ronde stelen ghelijck die Witwortele/ ontrent onderhalven voet hoogh/ ende daer aen wassen over beyde sijden swertgruene dicke bladeren/ den bladeren van Laurusboom niet seer onghelijck/ op die welcke in dmiddel/ een cleyn bladeken uutwast in maniere van een tonghesken. Ende tusschen dese cleyne bladerkens/ ende die groote wassen ronde roodachtighe besiekens ende vruchten schier ghelijck een Erwte groot. Die wortel es teer wit/ lanck/ ende heeft eenen goeden rueck.
Danaë racemosa - Alexandrijnse laurier
Daphne Alexandria of Laurus Alexandrina is een andere plant, ook Laurus Idaea en
Victoriala genoemd. In het Vlaams: Laurus van Alexandrien. Voor dit struikje heeft de uitgave van 1557 een
extra houtsnede, die in 1554 nog ontbreekt.
2 Van desen Tonghenbladt vindtmen noch een ander gheslacht/ als sommighe gheleerden scrijven/ dat den voorghescreven van stelen/ bladeren vruchten ende wortelen ghelijck es/ anders dan dat op sijne bladeren gheen andere cleyne bladerkens en wassen.
[731] Tonghenbladt wast in Hungarien ende Oostenrijck/ ende oock in Italien in donckere bosschen/ Hier te lande wordet in der cruytliefhebbers hoven geplant.
Tijt
Tonghenbladt levert sijn vruchten ontrent den Herfst.
Naem
Dit ghewas wordt gheheeten in Griecx Daphne Alexandria/ ende Hippoglosson/ oft Hypoglosson/ ende als sommighe scrijven Epiphyllocarpon/ In Latijn Laurus Alexandrina/ nu ter tijt Uvularia, Bonifacia, Lingua pagana, ende Bislingua/ In Hoochduytsch Zapfflinkraut/ Hauckbladt/ Auffenbladt/ Beerblat/ en Zungenblat/ ende naer sommighen van dyen namen in Neerduytsch Keelcruyt/ Tapkenscruyt/ ende Tonghenbladt. In Franchois Laurier Alexandrin. Die twee gheslachten van desen cruyde stelle/ noemen dat ierste Tongenbladt manneken. Ende dat tweede Tongenbladt wijfken.
Natuere
Tonghenbladt es werm ende drooghe van natueren.
Cracht ende werckinghe
A Die wortelen van Tonghenbladt in wijn ghesoden ende ghedroncken doen water maken/ sijn goet tseghen die droppelpisse/ sy verwecken die natuerlijcke cranckheyt van den vrouwen/ doen lichten arbeyt hebben/ ende iaegen af die secondine ende alle onsuyverheits.
B Die bladeren ende wortelen ghepoedert ende met gorgelwateren vermenght/ ghenesen alle coude gheswillen van der keelen/ huych ende van den amandelen/ ende die sweericheden van der selver.
C In Italien als Marcellus scrijft hanghtmen dit cruyt aen den hals van den kinderen als sy den huych hebben.