Beginpagina van Plantaardigheden.nl
 

Leesmaar.nl
Dodoens en andere bijzondere boeken

Sitemap
Index

Plantaardigheden.nl
Artikelen over planten

Leeswerk.nl
Plantenboeken opengelegd

1554 Cruijdeboeck met transcriptie (overgeschreven)
A | B | C | D | E | F | G| H | IJK | L | M | N | O | P | QR | S | T | U | V | WXYZ

Voorwerk Nederlandse, Duitse, Franse, apothekers-, Latijnse en Griekse namen

Deel 1

Deel 2 Bloemen, welrieckende cruyden, saden, ende dyer ghelijcken Planten Alfabetisch

Deel 3

Deel 4

Deel 5

Deel 6

Register van die cracht der Cruyden
 
Oude Nederlandse namen
* Project Dodoens
Woordenboek Nederlandsche Taal
Plantago PlantIndex
Letter: druk op CTRL, draai ook aan muiswiel
Bijgewerkt 7-04-2023

«  Cruijdeboeck deel 2 capitel 101, bladzijde 342  Zie volgende pagina »

Van Glaucium.   Cap. ci.

1  

Glaucium corniculatum - Rode hoornpapaver

Papaver hybridum (met purpuren bloemen)

Glaucium corniculatum - Rode hoornpapaver

Glaucium (Memith, Memitha): gedroogd sap van een kruid van Syrien
  • 1644 Vlaams: Heul (Roode Ghehorenden)
  • 1616 Latijn: Papaver corniculatum rubrum
  • 1554/1557: Glaucium, Heul (Rooden gehorenden), Memith, Memitha, Papaver cornutum rubrum, Pavot cornu rouge
  en

Papaver hybridum (met purpuren bloemen)

 

  • 1644 Vlaams: Heul (Violetblaeuwen Ghehorenden)
  • 1616 Latijn: Papaver corniculatum violaceum
  • 1554/1557: Glaucium, Heul (Rooden gehorenden), Memith, Memitha, Papaver cornutum rubrum, Pavot cornu rouge

Glaucium es een ghedroocht sap van eencruyt in Syrien by Hierusalem wassende/ dat bladeren heeft den bladeren van geelen Huel ghelijck maer vetter/ op der aerden uutghespraeyt swaer van ruecke ende bitter van smaecke vol geel saps dat uutghedout ende ghedroocht wordt.

Naem

Dat sap heet in Griecx ende in Latijn Glaucium/ van den Arabenschen meesters Memith ende Memitha/ ende desen naem es in die Apoteke bekent/ hoe wel nochtans dat/ dat oprecht Glaucium daer niet ghevonden en wordt/ want die Apotekers die duer groote ontwetentheyt ende vermeetentheyt deen voor dander stoutelijck nemen ende cleyn werck maken van/ niet alleen die siecken/ maer oock die medecijns cleyne kennisse van desen dinghen den cruyden aengaende hebbende/ te bedrieghene ende met bueselen die hant te vullene/ nemen voor doprecht Glaucium som tsap van groote Gouwe/ dat den Glaucium om sijne geelicheyt mach ghelijck sijn/ maer van natueren ende crachten heel contrarie es/ ende som tsap van den geelen Huel die zy valschelijcken Memitha heeten.

Wat wonder eest dan dat die Medecijns in huere ordonnantien dwerck altijt niet en vinden dat zy hopen ende meynen/ als sy aldus duer die ongheleerde Apotekers bedroghen worden? Daer ombehoort een goet ende neerstich medecijn die der siecken die hem bevolen sijn ghesontheyt ende welvaert soeckt/ sijne drancken ende medecijnen daer hy die siecke mede hopet te helpene/ tselve te maken oft in sijn huys te doen maken/ ghelijck Hippocrates/ Galenus ende alle oude experte meesters ghedaen hebben/ oft immers ten minsten neersticheyt te doene om die kennise van alle cruyden ende drooghen te hebbene/ op dat zy van den ongheleerden Apotekers nietbedroghen ende huer siecken niet gheabuseert en worden.

Natuere

Glaucium es cout van natueren ende tsamen treckende.

Cracht ende werckinghe

A   Glaucium es goet in allec ollyr