Beginpagina van Plantaardigheden.nl
 

Leesmaar.nl
Dodoens en andere bijzondere boeken

Sitemap
Index

Plantaardigheden.nl
Artikelen over planten

Leeswerk.nl
Plantenboeken opengelegd

1554 Cruijdeboeck met transcriptie (overgeschreven)
A | B | C | D | E | F | G| H | IJK | L | M | N | O | P | QR | S | T | U | V | WXYZ

Voorwerk Nederlandse, Duitse, Franse, apothekers-, Latijnse en Griekse namen

Deel 1

Deel 2 Bloemen, welrieckende cruyden, saden, ende dyer ghelijcken Planten Alfabetisch

Deel 3

Deel 4

Deel 5

Deel 6

Register van die cracht der Cruyden
 
Oude Nederlandse namen
* Project Dodoens
Woordenboek Nederlandsche Taal
Plantago PlantIndex
Letter: druk op CTRL, draai ook aan muiswiel
Bijgewerkt 28-04-2023

«  Cruijdeboeck deel 2 capitel 89, bladzijde 324-325   Zie volgende pagina »

Van Panaces.   Cap. lxxxix.

1  

Heracleum mantegazzianum - Reuzenberenklauw

2  

Ferula nodiflora - Reuzenvenkel

 

Ferula communis subsp. communis

3  

Opopanax chironium - Gompastinaak

Tgheslacht

Dioscorides die oude cruyde meester scrijft datter dryerhande Panaces sijn/ waer af dat ierste es dat Panaces Heraclium/ dat tweede Panaces Asclepij/ dat derde Panaces Chironium.

Tfatsoen

Heracleum mantegazzianum  - Reuzenberenklauw

Zie alle foto's van Bioweb Plantengids

(?)

Panaces Heraclium, Panaces Herculeum, Panax

   Noot: Deze soort zou een variant kunnen zijn van Panaces Asclepii (Ferula communis) of een Heracleum.

  • 1644 Vlaams: Beerenklauwe (Tweede)
  • 1616 Latijn: Panaces Heraclium vel potius Spondylium alterum
  • 1554/1557: Opopanacum, Opopanax, Panaces Heraclium, Panaces Herculeum, Panax

Dierste gheslacht van Panaces heeft groote gruene rouwe bladeren op der aerden meest uutghespreyt ligghende/ met vijf scaerden oft kerven verdeylt den bladeren van Vijgheboom schier ghelijck/ tusschen den welcken voortcoemt eenen gheknoopten hooghen dicken steel/ die van buyten wit ende hayrachtich es/ met gelijcken maer wat minderen bladeren becleet/ draghende op dopperste croonen ghelijck die Dille/ leverende

 

[325]   geele bloemen ende welrieckende scerp heet saet. Die wortelen sijn wit sterck van ruecke met een seer dicke bittere scorse bedeckt ende comen veel tseffens van een hooft voort. Ende uut dese wortelen ende oock van den stelen als zy ghequetst worden vloeyet een wit sap dat geel wordt alst droocht/ dat Opopanax gheheeten wordt van wyens crachten ende werckinghen hier naer ghescreven sal worden.

Ferula nodiflora - Reuzenvenkel

Panaces Asclepii, Panaces Aesculapii
  • 1644 Vlaams: Panaces Asclepium
  • 1616 Latijn: Panaces Asclepium
  • 1554/1557: Aesculapii Panaces, Panaces Asclepii
  of

Ferula communis subsp. communis

  • 1644 Vlaams: Ferula (Groote)
  • 1616 Latijn: Ferula

2   Dat ander ende tweede Panaces heeft eenen dunnen gheknoopten steel onderhalven voet hooch/ daer aen wassen bladeren die niet meerder/ hayrachticher ende stercker van ruecke sijn dan die bladeren van Venckel. Die bloemen wassen met croonen ende sijn geel welrieckende ende scerp van smaecke. Die wortel es cleyn ende teer.

Opopanax chironium - Gompastinaak

Panaces chironium
  • 1644 Vlaams: Panaces (Vremde), Panaces Syriacum
  • 1616 Latijn: Panaces peregrinum
  • 1554/1557: Panaces Chironium

3   Dat derde Panaces heeft bladeren ghelijck die edele Marioleyne/ gout geele bloemen ende een cleyne wortele niet diep in der eerden wassende die scerp van smaecke es.

Plaetse

1   Dat ierste gheslacht wast ontrent Cyrenen in Lybien ende in Macedonien. Dijsghelijck oock in Beotien ende in Phocis van Arcadien daert ghesayet ende neerstelijck geoeffent wordt/ om tprofijt dat van sijn sap coemt.

3   Dat derde gheslacht wast op den berch Pelius in Thessalien.

Naem

1   Dat ierste gheslacht heet in Griecx Panaces heraclion/ dat es in Latijn Panaces herculem/ van Galenus oock Panax.

2   Dat tweede heet Panaces Asclepion/ dat es Panaces Asclepij aut AEsculapij Panaces.

3   Terde wordt gheheeten Panaces chironium.

Natuere

1   Dierste Panaces es werm tot in den derden graedt/ ende drooge tot in den tweeden.

2,3   Die twee andere sijn van ghelijcken natueren/ maer niet zoo heet noch oock niet zoo sterck.

Cracht ende werckinghe

1
A
   Tsaet van dat ierste Panaces met Alsen ghedroncken verweckt die natuerlijcke cranckheyt der vrouwen/ met osterlucy inghenomen eest seer goet tseghen alle fenijn van den fenijnnighen ghedierten. Ende met wijn gheneset dat opclimmen ende opsteyghen van der moeder ende doet die selve sincken ende in huer plaetse wedercomen.

B   Die wortelen van dit Panaces in cleyne stucxkens ghesneden ende van onder in die moeder gheset trecken af die doode vruchten ende die onnatuerlijcke drachten.

C   Die selve wortelen met huenich vermenght ghenesen die seer oude sweeringhen ende doen tvleesch over die ontdeckte beenderen wederom wassen/ op ende in die sweeringen ghestreken.

2
D  
Die bloemen ende saet van den tweeden Panaces sijn seer goet tseghen die beet van den serpenten/ met wijn ghedroncken ende met olie vermenght op die beten gheleyt.

E   Die selve bloemen ende saet met huenich wel ghemengelt ghenesen die quade oude voortsetende sweeringhen ende die herde gheswellen daer op gheleyt.

3
F  
Tsaet met den bloemen/ dijsgelijck oock die wortelen van den derden Panaces/ sijn seer goet ghedroncken tseghen fenijn van alle slanghen ende serpenten.

 

^Naar het begin van deze pagina